De 1e confrontatie

“Mijn eerste dag leek zwaar maar niets vergeleken andere dagen die ik tegenkom. Ik begin te wennen aan de lessen, zelfs na de ongelukken die ik heb veroorzaakt.. Of zelfs nog ga veroorzaken. Het is raar maar waar.. Ik weet niet waarom ik ze veroorzaak maar het lijkt soms alsof ik er geen controle op heb.. Alsof anderen het doen.. Om mij wijs te maken dat ik daartoe in staat ben.. Ook krijg ik vreemde dromen.. Ik zag een vrouw.. Ze had mooi zwart haar en haar huid was heel erg gaaf.. Toch leek ze wijs en oud als ik naar haar helblauwe ogen keek.. Ze stond in mijn slaapkamer en probeerde me te verstikken.. Ik heb die droom nu al zeker 5 keer gehad.. Elke keer dat ik mijn ogen opende was er niemand.. Alleen een open gevallen raam en Cathasaigh die zich zorgen maakte om me.. Hij heeft het raam nu beter afgesloten maar nu komt ze via de deur binnen in mijn droom.. Wat is dit? Ik weet het niet.. Maar ik wil er vanaf.

Skylar”

“Hey tijd om op te staan slaapkop!” Ik doe mijn ogen open en kijk in het rond, Cathasaigh hangt boven mijn gezicht, van schrik draai ik me direct om.. Straks krijgt hij me door.. Nog niet dat mag nog niet! “Slaap kop kom op wakker worden! Tijd voor de pit! Zonder jouw verliezen we kom op ik trek je eruit hoor!” Klonk het achter me.. Ik gaf geen kick en gooide mijn kussen naar z’n kop om te laten weten dat hij weg moest.
Helaas maakte hij er een spelletje van en trok me aan mijn been mijn bed uit terwijl ik voel hoe de gespen  loslaten schiet ik in paniek en trek ik de deken over me heen . Hij laat me los alsof hij schrikt en staart naar me terwijl ik mijn adem inhoud.. Het is te laat hij heeft het opgemerkt verdomme! Denk ik. Ik open mijn mond terwijl hij op dat moment schreeuwt “MIETJE MIETJE MIETJE OMG WAT GEDRAAG JIJ JE SOMS ALS ’N WIJF! MIETJE IN 313B” Op het moment dat hij het kamer nummer schreeuwt de kamer word open gegooid schiet ik door de menigte heen richting de douches, naar de toiletten en trek ik de gespen vol haast en opluchting tegelijk weer goed. Als ik uit het toilet komt kijkt de hele afdeling naar me terwijl ik een gebaar maak van wat nou? Terwijl ik terug naar de kamer loop om mijn spullen te pakken en me aan te kleden. Er was niet veel keus.. Ik had me verslapen en ik kon niet anders dan me in zijn bijzijn omkleden. Vol aarzeling gebeurde dat dus ook.

“Wat is daaat” hoor ik achter me  “Hm..?”
“Wat is er met je borst of rug of beiden gebeurd.. Waarom is het ingetaped.. Ben je gewond? Wie heeft dat gedaaaan?” Met een diepe zucht sluit ik de zaak dat hij me toch niet zou begrijpen. Dan pakt hij pen en papier en vraagt het me op te schrijven. Twijfelend schrijf ik op

 “Ik wil er niets meer van weten,
laat me met rust alsjeblieft..
Het word later wel duidelijk…
Trust me”

Met een knik laat hij het onderwerp vallen en hangt het papiertje boven de prullenbak terwijl hij met zijn vingers knipt. Vragend kijk ik hem aan “Vuur.. Het lukt me niet..” Ik kijk naar het papiertje terwijl ik vlammen zie.. Op dat moment schrikt Cathasaigh van de hete vlammen die in het papier schieten. Met grote ogen vol ongeloof kijkt hij me aan terwijl hij mompelt “..Fire..Dat is moeilijk.. Dat je dat kan!”  Ik wuif het weg en trek mijn wapenriem om terwijl ik wil vertrekken en hem mijn reserve athame opgooi. Daar had hij immers gister om gevraagd. Blij kijkt hij me aan en rent achter me aan richting de lunchroom waar zoals altijd weer een paar vechtpartijen ontstaan terwijl anderen anderen veroordelen, afperzen of wat dan ook. Op het moment dat ik binnenstap is het stil, iedereen gaat rustig zitten en durft niet naar een ander te kijken, je kon een naald horen vallen op de stem van de concierge na die de hapjes opschepte met haar geschreeuw “VOLGENDEEE” maar ook haar stem valt in de stilte weg als ze me ziet lopen..

Ik pak mijn lunch en loop door naar de tuin, als de deur dichtvalt hoor je de herrie in de kantine terug keren. Bij de fontein gooi ik mijn lunch neer en plof ik op de rand met mijn voeten richting het water waar mijn zolen het water nog net niet raken. Cathasaigh springt naast me en mist. De plons was genoeg om mijn lunch en kleding drijvend nat te maken.  Aan de ene kant moet ik lachen, aan de andere kant weer niet. Cathasaigh staat op, spuugt het water uit als de fontein zelf en haalt ee vis uit zijn broek. Op dat moment begin ik te lachen en pak ik mijn drinken en begin ik te drinken.

Cathasaigh kijkt me beschuldigend aan “Je moet eten, ik haal wel nieuwe voor je”. Voor ik wat kan zeggen staat hij al bij de deur, ik ga achter hem aan en kijk in de kantine hoe hij zeikend nat bij de kantine vrouw uitlegt wat er gebeurd is, ze geeft nieuwe mee en een paar jongens beginnen hem te treiteren. Op het moment dat ik alleen al de deur open doen stoppen ze en lopen ze met de staart tussen de benen weer bij Cathasaigh vandaan. 1 van hem wil hem nog bedreigen, een simpel kuchje van mijn kant voorkwam dat terwijl hij schijterig de kantine uit holde.

“Waarom zijn ze bang van mij.. ? En hoe dat dan ook is maak ik er misbruik van? Ik heb een vriend gemaakt.. Is het misbruik van de angst die anderen voor mij hebben om een vriend te helpen.. Ik hoop het niet”

Op het moment dat ik het woordje “niet”  opschrijf hijgt Cathasaigh weer in mijn nek  “Dat is geen misbruik, dat is gewoon helpen en hey ik ben toch niet bang voor je?”  roept hij uit. Ik klap het boek dicht, draai me om en sla hem met het boek op zijn hoofd terwijl ik de letters “bosbook” op de kaft van het boek voor hem houd. Op dat moment word hij gloeiend rood van schaamte en maakt hij zijn excuus wel honderden keren achter elkaar..

Ik laat het gaan als de gong gaat, iedereen moet verzamelen bij de pit. Zo gezegd zo gedaan en 3 uur later sta ik in mijn team als enige overeind, de andere teams werk ik 1 voor 1 uit het veld als ik om geslagen word door die vrouw van mijn dromen.. Tenminste dat voelde ik zo.. Ik hoor geschreeuw, gejank en ik voel een lucht druk.. Alsof iets boven me hangt. Ik draai me weg en ik voel hoe iets naast me neer komt terwijl ik mijn zwaard slag uithaal.. Eigenlijk waar dan ook gezien ik niet echt door had was het veroorzaakte.. Kon net zo goed voor lul staan. Op dat moment raak ik Thomas in zijn arm terwijl hij zich hijgend overgeeft dat het genoeg is en op de bank verdwijnt.

Ik kijk omhoog.. Omdat de zon een schaduw liet zien maar er was niks.. Op het moment dat ik me achterover in het zand van de pit laat vallen gaat de gong, ik sta weer als enige overeind van alle jaars leerlingen. De dag is voorbij.

Ik schrijf een briefje zodat Cathasaigh weet waar ik ben, hij staat nog te douchen en ik ben al klaar. “Cathasaigh, het spijt me ik heb tijd voor mezelf nodig. Meet me at 4pm, ik zal in de linkerhal op je wachten
Noath”

Dat is het begin van een grote wandeling. Buiten blijf ik aan de linkerkant van de school zitten. Ik vind het hier fijn.. Een groot bos en toch een steen wat op een bankje lijkt.. Niets is hier geschonden omdat alles zijn eigen gangetje heeft. Weer hoor ik die vrouw, maar de gong gaat.. Misschien heb ik me vergist. Dan ineens lijkt ze voor me te staan dus neem ik een grote spurt richting de school. Als ik de kantine deur neem ben ik sneller.. Eigenlijk een nooduitgang van de linkerkant van de school.. Maar daar zou ik Cathasaigh tegen komen.

Op het moment dat ik de deur open wil doen word ik tegen gehouden door de vrouw van mijn dromen.. Ze heeft lang zwart haar, een gave witte huid met hel blauwe ogen zoals de oceaan.. Ze draagt een lange wijde jurk.. Alsof het kant is.. Haar glimlach daarin tegen lijkt niet zo vrolijk.. Het lijkt alsof ze boos is.. Of jaloers kan ook. “Ik heb op je gewacht.. Een hele lange tijd” hoor ik dan. Haar stem klinkt als gezang in je oren.. Haast hypnotiserend. Op dat moment voel ik wind en duik ik op zij terwijl ik zie dat ze een grote steen tegen de muur heeft gesmeten bedoeld voor mijn hoofd.. Mislukt. Ze grijpt naar mijn borst.. De ketting die ik heb gekregen van Hatmer.. Maar ze mist. Mijn wapenriem is af, ik heb nog wel de reserve Athame die ik probeer te gebruiken maar ook dat wil niet werken.. Niet tegen haar. Ik weet niet waarom..

Ze lijkt bozer en bozer met elke slag die ze mist. Op dat moment is het tijd voor mij om terug te slaan, dus met alle kracht die ik heb probeer ik de vuurwind op te laaien zoals ik dat vaker had gedaan bij Hatmer.. Ze lacht en kijkt toe hoe vuur door het veld gaat en stopt voor haar voeten.. Ik was te zwak ik kon het niet. Op dat moment grijpt ze me bij mijn keel.. Mijn energy golft door mijn handen, ik steek het in haar zij zoals bij zo’n pestkop.. Hij kreeg een elektrische schok maar bij haar? Ik voel de energie verdwijnen.. Ik voel me leeg en ik hoor een boze stem “SELENE!” hoor ik in de verte terwijl ik losgelaten word en tegen de grond klap.. Zak ik in elkaar en verlies ik even wat er om me heen gebeurd.. Ik heb totaal geen idee wat er gebeurd.. Ik heb geen idee waar ik ben of wat ik er doe.. Of wie ik zelf ben.

Als mijn zicht weer op lijkt te klaren kijken verschillenden me met zorgen aan.. Cathasaigh houd me stevig vast alsof ik tegen heb gestribbeld, Hatmer kijkt bezorgd en vraagt hoe het gaat, verschillende leraren kijken toe hoe ik tegen Cathasaighs wil in probeer op te staan.. Zonder enig evenwicht te kunnen bewaren val ik dan ook verschillende keren..
Als ik voel hoe het bloed van mijn oog en neus naar beneden druipt laat ik me moeiteloos oppakken door Cathasaigh terwijl hij met zijn handen over de wonden heen lijkt te gaan.. Het brand terwijl het daarna koeler word en verdwenen lijkt te zijn..
Niemand vraagt meer wat er gebeurd is terwijl Cathasaigh in order van Hatmer me naar de kamer brengt om te rusten terwijl hij me bij mijn keel grijpt dat als ik het waag om eigenwijs weg te lopen dat hij mijn benen zou breken. . Dit keer meende hij het.. Wat het ook was, wat mij zojuist had geraakt.. Was gevaarlijk, dat voelde ik uit de reacties van de leerkrachten die aanwezig waren..