De klokkenluider van de Notre Dame

De film speelt zich af in het Parijs van 1482. De zigeuner Clopin vertelt een groep kinderen het verhaal van de klokkenluider van de Notre Dame. Het verhaal begint twintig jaar eerder, wanneer een klein groepje zigeuners bij hun tocht naar Parijs wordt onderschept door rechter Claude Frollo en zijn soldaten. De enige vrouw in het groepje vlucht met haar baby naar de Notre Dame omdat Frollo denkt dat er gestolen goederen in het bundeltje wat ze vasthoudt zitten (terwijl het haar verminkte baby is), maar Frollo haalt haar in voor ze naar binnen kan vluchten. De vrouw komt om wanneer Frollo haar baby afpakt en ze zelf een zware val maakt. Frollo ziet het kind als een monster daar het zwaar verminkt is, maar wordt door de aartsbisschop tegengehouden voor hij het kind kan verdrinken in een put. Deze overtuigt Frollo voor het kind te zorgen om zo zijn zonde voor het doden van de zigeunervrouw goed te maken. Frollo stemt met tegenzin toe, op voorwaarde dat het kind in de kerk kan wonen. Hij noemt het kind Quasimodo.
Twintig jaar later is Quasimodo de klokkenluider van de Notre Dame. Frollo staat erop dat hij zich nooit buiten de kerk vertoont daar mensen hem zullen haten voor zijn lelijkheid. Op aandringen van zijn enige vrienden, drie waterspuwers die in Quasimodo’s bijzijn tot leven komen, gaat Quasimodo toch de stad in zodat hij het zottenfestival mee kan maken. Daar die dag iedereen in een gek of lelijk kostuum rondloopt, valt hij niet op.
Ondertussen heeft Frollo de legerkapitein Phoebus terug laten keren naar Parijs om als nieuwe aanvoerder te dienen voor zijn soldaten. Phoebus vergezelt Frollo naar het festival. Daar zijn hij, Frollo en Quasimodo getuige van een dans, opgevoerd door de zigeunerin Esmeralda. Alle drie de mannen worden op slag verliefd op haar. Tijdens het hoogtepunt van het feest wordt Quasimodo ontdekt en spontaan tot koning van het festival gekroond daar hij de lelijkste man van Parijs is. De festiviteiten ontaarden al snel in een marteling voor Quasimodo maar Frollo weigert in te grijpen. Uiteindelijk is het Esmeralda die Quasimodo te hulp komt. Vervolgens ontsnapt ze op spectaculaire wijze aan Frollo’s soldaten, waarna Frollo een arrestatiebevel tegen haar uit laat vaardigen.
Die avond volgt Esmeralda Quasimodo naar de kathedraal. Phoebus op zijn beurt volgt haar dan weer. Wanneer Frollo en zijn soldaten arriveren, redt Phoebus Esmeralda door te zeggen dat Esmeralda een beroep gedaan heeft op het asielrecht van de kerk. Frollo vertrekt maar laat de hele kerk omsingelen door zijn soldaten zodat Esmeralda niet weg kan. Dankzij Quasimodo kan Esmeralda later toch ontsnappen. Voor ze afscheid neemt, geeft ze hem een sieraad dat de weg wijst naar de Hof der Mirakelen, de schuilplaats van de zigeuners.
Frollo wordt geplaagd door zijn gevoelens voor Esmeralda en vreest dat deze lust voor haar hem fataal zal worden. Wanneer hij hoort dat ze is ontsnapt uit de Notre Dame, begint hij een niets of niemand ontziende klopjacht door heel Parijs. Phoebus ziet langzaam in dat Frollo door aan het draaien is en verraadt hem uiteindelijk. Terwijl hij wegvlucht voor Frollo’s soldaten, wordt hij neergeschoten en voor dood achtergelaten. Esmeralda brengt de gewonde Phoebus naar de kathedraal. Frollo beseft uiteindelijk dat Quasimodo Esmeralda heeft helpen ontsnappen en overtuigt hem dat hij haar schuilplaats kent en een grootse aanval beraamd heeft. Om de zigeuners te waarschuwen gaan Quasimodo en Phoebus naar de Hof der Wonderen, niet wetende dat dit juist Frollo’s plan was. Zo leiden de twee Frollo en zijn soldaten onbedoeld naar de zigeuners. Phoebus en alle zigeuners worden gevangengenomen. Esmeralda wordt beschuldigd van hekserij en veroordeeld tot de brandstapel.
Quasimodo redt Esmeralda en brengt haar naar de Notre Dame. Frollo laat zijn soldaten de kerk aanvallen. Terwijl Quasimodo en de waterspuwers de aanval afslaan, ontsnapt Phoebus en zet de bevolking van Parijs aan tot opstand. In de chaos die volgt dringt Frollo de kathedraal binnen voor een laatste confrontatie met Quasimodo en Esmeralda. In het gevecht dat volgt, valt Frollo van de klokkentoren in de gesmolten koper die Quasimodo en de waterspuwers eerder naar beneden hadden gegooid ter verdediging, wat zijn dood betekent. Quasimodo valt ook, maar wordt op een lagere verdieping opgevangen door Phoebus. Quasimodo accepteert dat Esmeralda meer geeft om Phoebus. Buiten wordt hij verwelkomd door de bevolking van Parijs en eindelijk geaccepteerd als een van hen.

Deel 2
Enkele jaren zijn verstreken sinds de vorige film. Phoebus en Esmeralda zijn getrouwd en hebben een zoon genaamd Zephyr. Phoebus is tevens weer kapitein van de soldaten. Daar Frollo nu dood is kan Quasimodo de Notre Dame verlaten wanneer hij dat wil, maar hij is nog wel de klokkenluider.
Op een dag arriveert er een circus van dieven in Parijs, onder leiding van Sarousch. Ze hebben het voorzien op La Fidel, de bekendste klok van de Notre Dame. Sarousch stuurt Madellaine, zijn assistente, naar de kathedraal om de locatie van de klok te vinden. Ze vlucht echter weg na het zien van Quasimodo. De waterspuwers overtuigen Quasimodo om naar het circus te gaan en Madellaine gerust te stellen. In het circus ziet Sarousch Quasimodo. Wanneer hij beseft wie Quasimodo is, dwingt hij Madellaine om Quasimodo te volgen en bij hem informatie in te winnen over La Fidel. In de kathedraal ziet ze hoe Quasimodo speelt met de jonge Zephyr, waardoor zijn uiterlijk haar niet langer afschrikt. Quasimodo neemt Madellaine mee voor een tocht door Parijs.
Ondertussen ontvangt Phoebus bericht van enkele overvallen in de stad, en gaat op onderzoek uit. In de kerk toont Quasimodo Madellaine La Fidel. De binnenkant van de klok bljkt te zijn gesierd door een enorm juweel. Quasimodo geeft Madellaine een houten beeldje dat hij van haar heeft gemaakt. De volgende dag bekent Quasimodo aan Esmeralda dat hij verliefd is op Madellaine, en ze overtuigt hem dit ook aan haar te vertellen. Phoebus heeft inmiddels ontdekt dat het circus achter de overvallen zit.
Sarousch overtuigt Madellaine ervan om Quasimodo af te leiden zodat hij La Fidel kan stelen. Madellaine stemt met tegenzin toe. Sarousch en twee handlangers dringen de klokkentoren binnen. Ze worden gevolgd door Zephyr en Djali. De waterspuwers proberen het trio tegen te houden door een klok op ze te laten vallen, maar komen er zelf onder te zitten. Wel slagen ze erin Quasimodo te waarschuwen. Deze arriveert te laat om Sarousch nog te stoppen.
Quasimodo vertelt Phoebus over de diefstal, en die verdenkt meteen Sarousch. Tevens arresteert hij Madellaine wegens medeplichtigheid. Quasimodo is ervan overtuigd dat Madellaine hem slechts gebruikt heeft. Hij vindt de waterspuwers onder de bel, en ze vertellen hem dat Zephyr achter Sarousch aan is. Quasimodo en Esmeralda haasten zich naar het paleis van justitie, waar Madellaine is opgesloten. Zij vertelt hen dat Sarousch de catacomben als schuilplaats gebruikt.
Quasimodo en de anderen begeven zich naar de catacomben. Daar treffen ze Sarousch, die Zephyr heeft gevangen en als gijzelaar gebruikt. Dankzij Madellaine kan Zephyr worden gered, en wordt Sarousch gearresteerd. Aan het eind van de film verklaren Quasimodo en Madellaine elkaar de liefde.