Dumbo

Bij aanvang van de film ziet men hoe ooievaars jonge dieren naar hun ouders, die in een circus werken, brengen. De laatste, een babyolifantje bestemd voor mevrouw Jumbo, arriveert pas de volgende dag wanneer het circus per trein op weg is naar z’n volgende locatie. Het olifantje wordt Jumbo Junior genoemd, maar als hij gigantische oren blijkt te hebben drijven de andere olifanten hier flink de spot mee. Ze geven hem zelfs de bijnaam Dombo, een samentrekking van ‘dom’ en zijn werkelijke naam Jumbo.
Eenmaal op locatie is Dombo met z’n enorme oren ook het mikpunt van spot door het circuspubliek. Wanneer mevrouw Jumbo haar kind verdedigt tegen een groep baldadige jongens, denkt de circusdirecteur dat ze dol is geworden en laat haar opsluiten. Dombo blijft zonder z’n moeder en verstoten door de andere olifanten achter. Hij krijgt onverwacht gezelschap van een muis genaamd Timmie, die zijn vriend en mentor wordt.
Timmie probeert Dombo’s status in het circus te verbeteren door de directeur over te halen hem tot toppunt van een act te maken. Dit mislukt gigantisch en Dombo wordt in plaats daarvan gedegradeerd tot clown. Dezelfde avond overleggen de clowns en besluiten bij de directeur opslag te eisen. Hier openen ze een fles champagne op, maar die laten ze uiteindelijk in een vat water vallen. Dezelfde avond, na een bezoekje aan Dombo’s moeder, drinken Dombo en Timothy beide van dit vat water waar dus die fles in ligt. Ze worden beide dronken en krijgen hallucinaties van roze olifanten.
De volgende ochtend worden de twee wakker in een boom. Ze hebben geen idee hoe ze daar gekomen zijn. Een groep kraaien komt met de theorie dat Dombo wellicht naar boven is gevlogen. Met hun hulp slaagt Dombo erin om opnieuw te vliegen. Met zijn nieuw verworven talent steelt Dombo de show tijdens het volgende optreden, en neemt hij op gepaste wijze wraak op de andere olifanten. Eindelijk ziet men hem als een ster, en hij wordt de topattractie van het circus.