Oliver & Co.

Bij aanvang van de film ziet men hoe een aantal jonge katjes te koop worden aangeboden aan voorbijgangers. Alleen een oranje katje wordt door niemand gekozen. Het katje zwerft rond in New York, totdat hij gevonden wordt door de stoere straathond Dodger. Deze stelt hem voor om samen een hotdogventer te beroven. Hun plan slaagt, maar dan gaat Dodger er met het gestolen vlees vandoor zonder het katje zijn deel te geven. Het katje slaagt erin hem bij te houden tot aan de haven, waar hij Dodger een oude boot ziet binnengaan.
In de boot bevinden zich meer straathonden: Tito de chihuahua, Francis de buldog, Einstein de Duitse dog en Rita de windhond. Ze maken allen deel uit van de bende van Fagin, een arme man die een grote schuld heeft uitstaan bij de corrupte industrieel Sykes. Deze geeft Fagin nog drie dagen de kans om over de brug te komen. Het katje toont zijn moed aan de honden door een van Sykes’ dobermanns van zich af te slaan. Hij wordt opgenomen in de groep.
De volgende dag trekt het hele gezelschap de stad in, op zoek naar waardevolle spullen. De honden zetten een aanrijding in scène om zo een dure limousine tot stilstand te brengen en de autoradio te kunnen stelen. In de limousine zit een meisje, Jenny. Ze ziet het katje en neemt hem uit medelijden mee naar huis. Daar geeft ze hem de naam Oliver en besluit hem als huisdier te houden, tot groot ongenoegen van haar poedel Georgette die Oliver als een vreselijke concurrent ziet.
De honden van Fagins bende denken echter dat Oliver ontvoerd is door Jenny en komen hem ‘redden’. Georgette is maar wat blij dat ze van de indringer verlost wordt en werkt dus gewillig mee aan Olivers ontsnapping. Wanneer Fagin de kat even later in de boot terugziet en beseft dat Oliver nu eigendom is van een rijk iemand, besluit hij losgeld voor hem te vragen om zo zijn schulden te kunnen afbetalen. Hij schrijft een brief aan Jenny en haar familie. Fagin krijgt echter spijt van zijn daad wanneer hij Jenny later op straat aantreft en hij geeft haar Oliver gewoon mee, onder voorwendsel dat hij het verdwaalde katje op straat heeft aangetroffen. Sykes, die vanaf een afstand stond toe te kijken, besluit hierop Jenny te ontvoeren en losgeld van haar rijke familie te vragen.
Oliver, Fagin en de honden zetten een redding op touw. Ze slagen erin Jenny uit Sykes’ kantoor te halen, waarna er een wilde achtervolging volgt door de straten en uiteindelijk de metrotunnels van New York. Sykes’ twee dobermanns komen om het leven wanneer ze door Dodgers toedoen op de metrorails vallen en worden geëlektrocuteerd. Sykes zelf komt om wanneer zijn auto wordt overreden door een trein die Fagin en de dieren nog net hebben kunnen ontwijken. Oliver, die tijdens de achtervolging in Sykes’ auto was beland, kan ternauwernood worden gered.
De volgende dag viert het hele gezelschap Jenny’s verjaardag in haar huis. Oliver blijft voorgoed bij Jenny.