Pope Joan

In 814 wordt een meisje geboren bij een dorpspriester, zijn Saksische vrouw en hun twee zoontjes in Ingelheim. Het is in die tijd vrouwen niet toegestaan om te leren lezen of schrijven, maar Johanna is zeer leergierig en haalt haar oudste broer over haar te leren lezen en schrijven. Zo leert ze niet alleen van haar vader op harde wijze over de kerk en het katholieke geloof, ze leert ook de Bijbel te lezen. Johanna begint dan ook over van alles en nog wat in het leven na te denken. Ook over God.

Haar Saksische moeder leert haar de verhalen en liederen van de oude Noorse goden, maar daarvan mag haar zwaar gelovige vader niets weten, net zo min als dat hij mag weten dat ze leert lezen en schrijven. Voor haar vader zijn vrouwen niets waard en de verhalen van haar moeder, of als meisje leren lezen en schrijven is verschrikkelijk heidens, de grootste ketterij. Na de onverwachte dood van haar broer krijgt ze een Griekse leraar, die het haar mogelijk maak om aan de katholieke scola in Dorestadt te studeren. Daar heeft ze het als meisje helemaal niet makkelijk, maar ze zet door. Als ze 14 is, wordt ze verliefd op de markgraaf Gerold, die echter getrouwd is maar geen gelukkig huwelijk heeft. Ook hij wordt verliefd op Johanna. Een aanval van Noormannen op Dorestadt maakt een einde aan haar studie en veiligheid in Dorestadt en het leven met Gerold. Om te overleven en in staat te zijn verder te leren, treedt Johanna, als man verkleed, in de abdij van Fulda onder de naamJohannes Anglicus.

In het klooster krijgt ze een geneeskundige opleiding en ze wordt uiteindelijk als man alom gerespecteerd vanwege haar geleerdheid en de kennis van de heelkunde. Door omstandigheden moet ze na enkele jaren echter de abdij van Fulda verlaten en gaat ze op pelgrimsreis naar Rome. Daar is ze enige jaren werkzaam als arts voor het gewone volk, maar heeft ook toegang tot een rijke schat aan wijsheid en wetenschap in de scolas en bibliotheken van Rome. Dan wordt ze bij paus Sergius II geroepen, die ernstig ziek is en niet door de kerkelijke geneesheren is te genezen. En zo komt het dat Johanna, als man, de lijfarts van de paus wordt en toetreedt tot het leven in het Vaticaan.

Na het overlijden van paus Sergius II laait de machtsstrijd tussen de adellijken die Rome regeren en de pauselijke partij hoog op. Het was toen nog gebruik dat iedereen kon stemmen op de volgende paus. Tijdens de verkiezing van de paus roept het volk van Rome om Johannes Anglicus. Het volk houdt van Johanna, die zij kennen als Johannes Anglicus. Zij heeft zich altijd voor de armen ingezet en als geneesheer voor hen gezorgd, naast haar taken voor de paus. En om de vrede in Rome te behouden en daarmee ook de kerkelijke macht, steunt uiteindelijk de pauselijke partij het volk, waardoor er een meerderheid ontstaat en Johanna paus wordt.