Tanz der vampire

Dit is van oorsprong een duitse musical. Tanz der vampire betekent dan ook `dans der vampieren´.

Professor Abronsius gaat met zijn jonge assistent Alfred naar Oost-Europa om daar het bestaan van vampieren te bewijzen. Ze verdwalen in de sneeuw en Alfred weet de professor te redden door naar een herberg in een klein gehuchtje te gaan. Daar aangekomen is de lokale bevolking zo positief over het gebruik van knoflook in het dagelijks leven, dat de professor vermoedens krijgt dat ze in de buurt van vampieren zouden kunnen zijn en maakt plannen om spoedig het dichtbij gelegen kasteel te onderzoeken. Ondertussen raakt Alfred hevig verliefd op Sarah, de mooie dochter van Chagal, de herbergier. Tijdens een gesprek met haar raakt Alfred er van overtuigd dat ze samen met hem in bad wil, maar Sarah weet het voor elkaar te krijgen dat ze uiteindelijk de badkamer voor zichzelf heeft. Eenmaal in bad verschijnt Graaf von Krolock die haar uitnodigt voor een bal in zijn kasteel. Hij stuurt haar via zijn hulpje Koukol als cadeau vast een paar rode danslaarzen. Sarah glipt die avond naar buiten om vast haar danslaarzen uit te proberen, en uiteindelijk komt ze terecht in het kasteel van de graaf. Haar ouders raken in paniek na het verdwijnen van Sarah, en haar vader trekt de bossen in om haar te zoeken. De volgende dag wordt het lichaam van haar vader gevonden en men is in diepe rouw. Professor Abronsius wil een houten staak door het hart van het lijk slaan, omdat hij vreest dat hij anders ook een vampier zal worden. De poging mislukt en als de avond valt komt het lichaam weer tot leven als vampier. De vampier Chagal had tijdens zijn leven al een oogje laten vallen op zijn dienstmeid Magda, dus eenmaal als vampier grijpt hij zijn kans en bijt haar, om haar op die manier ook tot vampier te maken. De professor en Alfred ontdekken wat er is gebeurd, en bespreken met Chagal dat als hij zijn leven betert en hun naar het kasteel brengt, zij Sarah kunnen redden. Eenmaal bij het kasteel aangekomen worden ze zeer vriendelijk ontvangen door de graaf. Tot ergernis van Alfred accepteert professor Abronsius de uitnodiging van de graaf om in het kasteel te verblijven. Ook Herbert, de flamboyante zoon van de graaf is zeer verheugd dat Alfred in het kasteel verblijft en wil graag ‘vrienden’ worden. Eenmaal in het kasteel heeft de graaf een gesprek onder vier ogen met Alfred en probeert hem ervan te overtuigen dat hij de gekke en verstrooide professor in de steek moet laten. In plaats daarvan biedt hij zichzelf aan als vaderlijke vriend en vertrouweling.

Ondertussen dwaalt Sarah door de gangen van het kasteel en onderweg ontmoet ze Graaf von Krolock. Hij wil in haar nek bijten, maar beheerst zich, enkel met als doel om haar nog gewilliger te maken de volgende avond tijdens het bal. Die nacht slapen de professor en Alfred in het kasteel, en Alfred heeft een angstige droom waarin Sarah achtervolgd wordt door de graaf. In zijn droom probeert hij Sarah te redden, maar wordt dan zelf het slachtoffer van de graaf, waarna Sarah ook niet meer gered kan worden. Alfred wordt wakker en neemt zich voor alles op alles te zetten om Sarah te redden. De volgende ochtend gaan de professor en Alfred op zoek naar de kelder van het kasteel in de hoop daar sarcofaag van de graaf te vinden. Ze vinden er uiteindelijk twee, maar tot groot ongenoegen blijft de professor hangen terwijl ze naar beneden proberen te klimmen. Tot zijn nog grotere ergernis heeft Alfred de moed niet om een houten staak door de harten te slaan, en keert onverrichter zake terug. Dan komen de lijken tot leven en het zijn Chagal en Magda die hun nieuwe leven als vampier en het aanstaande bal bespreken. Ze worden terug hun ‘bed’ in gejaagd door Koukol. Verder zoekend in het kasteel komen de professor en Alfred in de bibliotheek wat de hemel op aarde is voor de professor. Hij is niet meer normaal aanspreekbaar dus Alfred gaat in z’n eentje verder op zoek naar Sarah. Hij vindt haar in de badkamer van het kasteel en probeert haar ervan te overtuigen dat ze samen met hem moet vluchten. Sarah wil hier niets van weten en prijst de graaf om zijn gastvrijheid. Ze verheugt zich op het bal en wil niets van Alfred weten. Alfred laat zich hier niet door ontmoedigen en is alleen nog maar meer overtuigd van de noodzaak om Sarah te redden. Hij keert terug naar de bibliotheek om aan de professor te vragen wat hij moet doen, en hij krijgt als advies om ook boeken te gaan lezen. Alfred hoort Sarah weer zingen en gaat nogmaals naar haar op zoek. In plaats van Sarah ontmoet hij Herbert, de zoon van de graaf, die wel een oogje op Alfred heeft. Hij nodigt Alfred uit om ook naar het bal te komen, alwaar zij samen zullen dansen. Herbert doet een poging Alfred te bijten, maar Alfred wordt net op tijd door de professor gered. Alfred en de professor vluchten naar de toren van het kasteel, en daar ontmoeten ze de graaf. Deze doet niet meer voorkomen alsof hij de professor bewondert. Hij zegt nogmaals tegen Alfred dat het beter is om niet meer met de professor om te gaan en zegt dat hij toch Alfreds ziel al beheerst. Net zo plotseling als hij kwam, vertrekt de graaf weer. Alfred en de professor kijken omlaag naar de begraafplaats van het kasteel, en zien hoe ondoden uit voorgaande eeuwen uit hun graven opstaan en zich verheugen op het bal. Daarna komt von Krolock op de begraafplaats en mijmert over alle liefdes die hij door de eeuwen heen verloren is dankzij zijn onstilbare hebzucht. Ondertussen is het feest in de balzaal begonnen. Alfred en de professor hebben twee vampieren overmeesterd om zich in hun kleding tussen de gasten te kunnen mengen. Graaf von Krolock opent het bal en kondigt aan dat het een rijk jaar zal worden met een goede maaltijd. Sarah komt op en wordt door de graaf gebeten waarna zij samen dansen. Alfred en de professor proberen Sarah te redden, maar zij worden ontdekt omdat hun spiegelbeeld zichtbaar is. Het lukt ze om het kasteel te ontvluchten en eenmaal in de bossen denkt de professor dat ze veilig zijn en dat hij de wereld heeft gered van alle vampieren. Totdat Sarah Alfred bijt…