Runen

Het runenschrift is één van de oudste schriften bij de Germaanse bevolking, en bestaat eigenlijk voornamelijk uit hoekige vormen die allemaal zijn eigen betekenis hebben. Runeninscripties zijn bekend van ongeveer 200 tot 1200 na Christus, en in Scandinavië nog een paar eeuwen langer. Hierna nam het Latijnse alfabet het voornamelijk over. Het schrift werd met name voor inscripties op wapens, dagelijkse correspondentie, grafstenen etc. gebruikt. In bijna alle gebieden waar Germaanse volkeren (waaronder de Vikingen) zijn geweest, kunnen runeninscripties worden gevonden.

Volgens de mythologie zou Odin de runen gekregen hebben na 9 nachten aan een boom vast gehangen te zijn geweest. De runentekens werden, naast hun dagdagelijkse gebruik, eveneens voor het waarzeggen gebruikt: als elk schriftteken de naam van een woord en een betekenis draagt, werden hieraan magische betekenissen toegekend. Het Duitse werkwoord raunen (fluisteren) is met rune verwant.

Naast dat ieder teken een klank heeft en gebruikt kan worden om mee te schrijven, hebben Runen ook een magische betekenis en een eigen naam per symbool. Runen worden tegenwoordig soms bestudeerd en gebruikt door paganisten om hun heidens culturele en historische waarden en ook voor hun magische eigenschappen.

Een goed voorbeeld van de manier waarop runen gebruikt woorden met divinatie, is dat de runen op verschillende kleine steendjes worden gekerfd, je een vraag stelt en je bijvoorbeeld een rune trekt. Kijk wat voor betekenis de rune heeft en wat je ervan zou kunnen leren; vergelijkbaar met bijvoorbeeld de tarotkaarten. Wanneer de rune op zijn kop staat is de rune negatief.