Harry potter

Harry potter en de steen der wijzen
Op elfjarige leeftijd komt Harry Potter erachter dat hij geen normale jongen is, maar een tovenaar. Zijn gemene oom en tante hebben al sinds vroege leeftijd systematisch tegen hem gelogen. Zijn ouders zijn namelijk niet verongelukt, zoals zij beweerden, maar vermoord door de meest gevreesde tovenaar aller tijden, Voldemort, die ook Harry probeerde te vermoorden. Harry overleefde doordat de geest van zijn moeder hem beschermde met “liefde”. Ondanks de bescherming bleef er wel een bliksemvormig litteken op zijn voorhoofd.

Tien jaar later wordt hij uitgenodigd om naar school te gaan op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, onder leiding van Albus Perkamentus. Het kasteel waar les wordt gegeven, kan alleen met een magische trein, de Zweinsteinexpres, worden bereikt. Deze trein vertrekt vanaf Perron 9¾ op King’s Cross Station in Londen. Harry wordt al snel vrienden met Ron Wemel, de jongste zoon van een volbloedtovenaarsfamile, en Hermelien Griffel, een zeer intelligent meisje van Dreuzelouders. Net zo snel vindt Harry een aartsvijand: Draco Malfidus. Harry leert van alles over de toverwereld, de sport, de regels, maar vooral veel spreuken. Langzaam maar zeker beseft hij dat hem een belangrijke taak wacht: hij moet zich wreken op de moordenaar van zijn ouders en zoveel andere tovenaars en heksen: Heer Voldemort.

In de school blijkt de ingang van het pad naar de Steen der Wijzen, waarvan de eigenaar onsterfelijk kan worden, op de derde verdieping verborgen te liggen. Harry en zijn vrienden komen erachter dat er een samenzwering bestaat om de Steen te stelen. Hun hoofdverdachte wordt de leraar Toverdranken, Severus Sneep. In achtervolging op de mogelijke dief, weet het trio langs verschillende hindernissen te komen. Harry staat uiteindelijk oog in oog met de stotterende professor Krinkel, die dienaar van Voldemort blijkt te zijn. Deze probeert Harry te gebruiken om de Steen te vinden, maar de Heer van het Duister faalt. Voldemort wordt verslagen en professor Krinkel sterft.

Harry potter en de geheime kamer
Op Zweinstein, de toverschool van Harry Potter, vinden aanvallen plaats. Mensen, en ook dieren worden op mysterieuze wijze versteend. Niemand weet wie erachter zit. Wel is bekend dat dit 50 jaar geleden ook al eens gebeurd is en dat er destijds een dader gepakt is. De legende gaat dat er zich ergens binnen de school een Geheime Kamer bevindt. In deze kamer zou een monster wonen dat de aanvallen uitvoert.

Harry Potter vindt een dagboek waardoor hem wordt verteld dat er iemand slechte dingen heeft gedaan. Die persoon kon, net als Harry, met slangen praten. Doordat Harry’s medescholieren erachter komen dat Harry ook een zogenaamde Sisseltong is, wordt Harry in eerste instantie verdacht van de aanvallen. Harry en zijn vrienden willen weten waar de kamer zich bevindt en wie toch die aanvallen uitvoert. Hun hoofdverdachte is Draco Malfidus, en ze brouwen uiteindelijk een illegale wisseldrank om in de gedaante van Kwast en Korzel te veranderen, en zo Draco te verhoren. Deze geeft echter toe niet de aanvallen te plegen. Ze komen van professor Anderling te weten wat er zich in die kamer afspeelt. Door veel speurwerk van Hermelien Griffel komen ze erachter dat er een slang (basilisk) in de Kamer blijkt te zitten, en waar de Kamer zich bevindt.

Het mysterieuze dagboek blijkt van Marten Asmodom Vilijn te zijn. Marten Asmodom Vilijn is een anagram van “Mijn Naam Is Voldemort”, Voldemort heeft al op jonge leeftijd een andere naam aangenomen omdat hij niet met zijn Dreuzelvader geassocieerd wilde worden.
Harry weet uiteindelijk de basilisk te verslaan met hulp van de feniks van Professor Perkamentus en het zwaard van Goderic Griffoendor, de stichter van de afdeling van Harry.
Later blijkt het vernietigde dagboek van Marten een Gruzielement te zijn.

Harry potter en de gevangene van Azkaban
Harry voelt zich vreselijk opgelaten omdat zijn tante Margot, die een pesthekel heeft aan Harry, komt logeren. Hij ziet er erg tegenop. Dan krijgt hij een brief van school, waarin staat dat de derdejaars van Zweinstein naar het nabije toverdorpje Zweinsveld mogen als ze toestemming krijgen van een ouder of voogd. Harry besluit zijn oom Herman Duffeling te chanteren door te zeggen dat hij zich alleen maar zal gedragen tijdens het bezoek van tante Margot als oom Herman het formulier ondertekent, en oom Herman lijkt hier wel op te willen ingaan. Maar tante Margot laat zich enorm laatdunkend uit over Harry en Harry’s ouders en hij verliest de controle over zijn toverkracht. Hij doet haar per ongeluk opzwellen en rent van huis weg.

Nadat Harry geschrokken is van een duister wezen, daardoor gestruikeld is en nietsvermoedend zijn toverstok heeft uitgestoken, komt de Collectebus hem ophalen. In de Collectebus ontdekt hij dat Sirius Zwarts, een duistere tovenaar en volgeling van Voldemort, uit de tovenaarsgevangenis Azkaban ontsnapt is. Harry gaat naar de Lekke Ketel aan de Wegisweg en wacht daar totdat zijn vrienden komen. Hij koopt zijn schoolspullen en gaat na een week naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus.

Hij ontdekt dat Sirius Zwarts het op hem gemunt lijkt te hebben. Zwarts gelooft dat als hij Harry Potter vermoordt, Heer Voldemort weer aan de macht kan komen. Er is ook een nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, Remus Lupos. Professor Lupos wordt Harry’s favoriete leraar. Hij leert Harry een Patronus op te roepen om Dementors (bewakers van Azkaban, die al je geluk wegzuigen) op afstand te houden. Deze Dementors zijn ook op alle toegangspoorten van Zweinstein gestationeerd, om de school te beschermen tegen Sirius Zwarts. Later blijkt professor Lupos een weerwolf te zijn.

Tijdens het schooljaar ziet Harry een paar keer een grote, zwarte hond: het duistere wezen dat hij ook al zag toen hij wegliep van huis, vlak voordat hij bijna werd overreden door de Collectebus. Volgens professor Zwamdrift, zijn lerares Waarzeggerij, betreft het de Grim, het ergste voorteken van de dood.

Tijdens een bezoek aan Zweinsveld komen Harry, Ron en Hermelien erachter dat Sirius Zwarts de beste vriend was van de vader van Harry, James Potter, en dat hij James en Lily Potter zou hebben verraden aan Heer Voldemort. Dit heeft ervoor gezorgd dat Heer Voldemort beide ouders van Harry kon vermoorden, zodat hij vervolgens kon proberen Harry te vermoorden. Later in de film wordt duidelijk dat niet Sirius Zwarts maar Peter Pippeling, een andere vriend van de Potters, de Potters verraden heeft. Pippeling, en niet Zwarts, bleek de volgeling van Voldemort te zijn. Ook blijkt dat Sirius Zwarts de peetoom en voogd van Harry is.

De film eindigt als Harry een gloednieuwe wedstrijdbezem toegestuurd krijgt en daarop wegvliegt om hem uit te proberen. Dat Sirius Zwarts de gever van de bezem is wordt duidelijk doordat er een veer van Scheurbek de hippogrief uit de verpakking valt: de hippogrief die Zwarts gezelschap houdt.

Harry potter en de vuurbeker
Aan het begin van de film ziet men een oud landhuis, waar Heer Voldemort verblijft, vergezeld door Peter Pippeling, een op dat moment nog onbekende man (later blijkt dit Bartolomeus Krenck Jr. te zijn) en zijn slang Nagini. Ze maken plannen om Voldemort dat jaar nog volledig te laten herrijzen. Een tuinman die het gesprek opvangt, wordt gedood door Voldemort.

Het vierde jaar aan Zweinstein staat voor de deur voor Harry Potter, Ron Wemel en Hermelien Griffel, maar voor het zover is worden ze door de andere Wemels meegenomen naar het wereldkampioenschap Zwerkbal, waar ze met een viavia heen gaan. De avond na het kampioenschap ontstaat er echter chaos wanneer een groep Dooddoeners de boel op stelten komt zetten. Ze verdwijnen pas wanneer onverwacht het Duistere Teken, het symbool van Voldemort, aan de hemel verschijnt.

Eenmaal op Zweinstein wordt bekend dat dit jaar voor het eerst in eeuwen weer het Toverschool Toernooi zal worden gehouden. Een leerling van Zweinstein zal het in drie wedstrijden opnemen tegen leerlingen van twee andere scholen. Zweinstein organiseert dit jaar het toernooi. De andere scholen, Beauxbatons en Klammfels, sturen een delegatie naar Zweinstein. De leerling die zijn of haar school mag vertegenwoordigen wordt gekozen via de Vuurbeker, een magische beker waar alle leerlingen die oud genoeg zijn hun naam in mogen stoppen, waarna de beker uit de leerlingen van elke school willekeurig iemand kiest. De kampioen van Klammfels wordt Viktor Kruml, en voor Beauxbatons Fleur Delacour. Voor Zweinstein wordt Carlo Kannewasser gekozen, maar dan komt onverwacht ook Harry’s naam nog uit de Vuurbeker. Niemand weet hoe dit mogelijk is, aangezien Harry nog te jong is om mee te doen en hij niet zelf zijn naam in de Vuurbeker heeft gestoken. De regels stellen echter dat als een leerling is gekozen door de Vuurbeker hij er niet meer onderuit kan, hij is dan gebonden door een magisch contract. Harry moet meedoen.

Geholpen door Hermelien, Ron en de nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, Alastor Dolleman, worstelt Harry zich door de eerste twee opdrachten: een ei stelen van een nestelende draak en iemand redden van de meermensen die in het meer naast Zweinstein wonen. De derde opdracht is de Toverschool Trofee vinden in een mysterieus doolhof. Harry en Carlo vinden de beker gelijktijdig. Wanneer ze hem aanraken, blijkt het ding echter een Viavia te zijn die hen naar een afgelegen kerkhof transporteert. Harry herkent de plek uit zijn droom en beseft dat ze hier niet willen zijn. Peter Pippeling en de verzwakte Voldemort wachten hen op. Peter Pippeling doodt Carlo in opdracht van Voldemort, en gebruikt vervolgens Harry’s bloed en zijn eigen vrijwillig afgesneden hand om de toverdrank die Voldemort kan doen herrijzen te voltooien.

Nu hij is herrezen roept Voldemort zijn Dooddoeners bij zich en daagt Harry uit tot een duel. Nog voor dat duel vertelt Voldemort waarom hij Harry als baby niet kon doden. Namelijk omdat de moeder van Harry haar leven gaf voor haar zoon en zo de ultieme bescherming gaf. Tijdens dit duel raken de toverstokken van Harry en Voldemort met elkaar verbonden via een straal, waarna Harry’s stok die van Voldemort dwingt tot Priori Incantatem. Uit de stok van Voldemort verschijnen geestachtige gedaantes van de mensen die hij vermoord heeft. Ze leiden Voldemort af zodat Harry met de Viavia terug kan reizen naar Zweinstein. Hij neemt het lichaam van Carlo mee.

Als Harry terugkeert met het lichaam van Carlo is het in het begin feest omdat niet iedereen gelijk merkt dat er iemand dood is. Maar deze feestsfeer is gauw over. Terug op Zweinstein blijkt dat Dolleman in werkelijkheid Bartolomeus Krenck Jr. is, een handlanger van Voldemort die zich het hele jaar door wisseldrank te drinken heeft voorgedaan als Dolleman. Hij is degene die Harry’s naam in de Vuurbeker heeft gestopt en de beker veranderde in een Viavia. Ook was hij het die het Duistere Teken opriep tijdens het WK Zwerkbal.

Aan het eind van de film gaan de afgevaardigden van de andere scholen huiswaarts, maar niet voordat Perkamentus de scholieren heeft ingelicht over Voldemorts terugkeer en hen aanspoort dat ze samen moeten spannen tegen Voldemort.

Harry potter en de orde van de Feniks
Harry heeft aan het einde van het vorig schooljaar Voldemort zien terugkeren. Cornelis Droebel, de Minister van Toverkunst, gelooft hem echter niet en ontkent het hele verhaal om onrust binnen de tovenaarsgemeenschap te voorkomen. Albus Perkamentus (die Harry wel gelooft) en Harry zijn hierdoor “persona non grata” en worden op alle mogelijke manieren zwartgemaakt. Harry’s geestelijke gezondheid wordt in twijfel getrokken door de krant (de Ochtendprofeet) en Perkamentus wordt afgezet als hoofd van de Wikenweegschaar (de tovenaarsrechtbank). Door alle negatieve publiciteit die Harry krijgt, wordt hij ook door veel klas- en schoolgenoten niet geloofd en gemeden.

Tijdens de schoolvakantie wordt hij in zijn woonplaats Klein Zanikem aangevallen door twee Dementors. Zijn neef Dirk Duffeling, die erbij is, lijkt er gek van geworden te zijn en omdat Harry toverde in het bijzijn van een Dreuzel terwijl hij nog minderjarig was, moet hij verschijnen voor de Wikenweegschaar die wordt voorgezeten door de Minister van Toverkunst. Hij wordt uiteindelijk vrijgesproken door tussenkomst van Perkamentus, die Harry’s buurvrouw, Mevrouw Vaals, heeft opgeroepen als getuige.

Halverwege de schoolvakantie en nog voor de rechtszitting wordt Harry opgehaald door de Orde van de Feniks. Zij nemen hem mee naar het hoofdkwartier, waar hij zijn vrienden en peetoom Sirius Zwarts weer terugziet.

Perkamentus heeft de Orde van de Feniks weer bijeengeroepen om tegenstand te bieden aan Voldemort. Het gerucht gaat namelijk dat die een leger samenstelt en daartegen moet actie ondernomen worden. Sirius Zwarts heeft zijn huis aan het Grimboudplein in Londen beschikbaar gesteld aan de Orde. Voor het begin van het schooljaar wordt Harry door de leden van de Orde opgehaald en naar het Grimboudplein gebracht. Daar begint Harry te dromen over een mysterieuze lange gang met een zwarte deur aan het eind; deze dromen blijven terugkeren.

Droebel heeft, om invloed te kunnen uitoefenen op Zweinstein, zijn ondersecretaris Dorothea Omber aangesteld als lerares Verweer tegen de Zwarte Kunsten. Wanneer Harry, Ron en Hermelien weer naar school gaan krijgen ze les van haar. Alle leerlingen hebben onmiddellijk een hekel aan haar. Al na korte tijd wordt Omber door Droebel benoemd tot “Hoog-Inquisiteur”, en mag ze de schoolregels vaststellen en aanpassen. Zo maakt ze zichzelf steeds belangrijker op Zweinstein, en ontneemt ze de leerlingen alle plezierigheden. Omber geeft de leerlingen ook geen praktijkles meer, maar onderwijst slechts (door het Ministerie goedgekeurde) magische verdedigingstheorie. Om toch nog praktijkles in Verweer Tegen de Zwarte Kunsten te krijgen komt Hermelien met het idee om dan maar het heft in eigen handen te nemen, en zo wordt de Strijders van Perkamentus opgericht, een groep van studenten die onder leiding van Harry magisch verweer leert.

Zodra Omber er hoogte van krijgt dat er een “buitenschoolse” vereniging is opgericht, vaardigt ze een nieuw decreet uit, waarin ze stelt dat alle verenigingen worden opgeheven. Vanaf dat moment is dus de “SVP” een illegale vereniging. De leerlingen zetten echter door en vinden in de school een ruimte (de Kamer van Hoge Nood genoemd. In de film wordt deze ruimte onbedoeld gevonden door Marcel Lubbermans) die alleen maar te vinden is wanneer je ècht heel hard iets nodig hebt. Hier komen de leerlingen samen.

Harry’s dromen over de lange gang blijven doorgaan, ook al krijgt hij inmiddels van Professor Sneep les in Occlumentie, een techniek die je leert je te verdedigen tegen indringers in je geest. Het vermoeden bestaat namelijk dat Voldemort door begint te krijgen dat hij Harry’s geest kan beïnvloeden en hiervan misbruik zal gaan maken. Harry blijkt echter helemaal niet goed te zijn in Occlumentie (of Sneep onderwijst het hem niet goed, dit wordt zowel in het boek als in de film in het midden gelaten). Op een nacht vlak voor Kerst “droomt” Harry dat Arthur Wemel, Rons vader, de wacht houdt voor de mysterieuze deur en wordt gebeten door Nagini, de slang van Voldemort. Ron, die ziet dat Harry een nachtmerrie heeft, waarschuwt Professor Anderling, die op haar beurt Professor Perkamentus waarschuwt. Perkamentus zorgt er vervolgens voor dat Arthur Wemel wordt gezocht (en gevonden), en hij blijkt inderdaad door een slang gebeten en zwaargewond te zijn. Alle Wemels en Harry en Hermelien worden per ViaVia naar het Grimboudplein gestuurd, waar ook Arthur Wemel naartoe komt nadat hij uit het ziekenhuis is ontslagen.

Harry krijgt tegen het einde van het schooljaar opnieuw een soort visioen waarin hij ziet dat Sirius Zwarts door Voldemort gevangen wordt gehouden in de ruimte waar Harry al zo lang over droomt, en waarvan hij inmiddels beseft dat het het gebouw van het Ministerie van Toverkunst is. Harry wil Sirius alleen gaan redden maar enkele leden van de SVP (Marcel, Loena Leeflang, Ginny Wemel, Ron en Hermelien) staan erop hem te vergezellen. Alleen is het een hele toer om er te komen: ze worden namelijk dwarsgezeten en gehinderd door het nieuwe schoolhoofd. Toch weten ze haar af te wimpelen in het Verboden Bos. Wanneer ze aankomen in het gebouw van het Ministerie gaan ze naar beneden, naar het Departement van Mystificaties en treffen daar een lege ruimte aan. Zwarts noch Voldemort is er te vinden. Voldemort blijkt Harry in de val te hebben gelokt en een aantal Dooddoeners gaat in gevecht met Harry en probeert hem te doden. Tijdens het gevecht worden de leden van de SVP geassisteerd door de Orde van de Feniks. Bellatrix van Detta, een Dooddoener, vecht tegen Sirius en doodt hem. Harry is woedend en rent haar achterna naar het Atrium, waar ze Voldemort zelf tegen het lijf lopen. Op het moment dat Voldemort Harry wil doden komt Perkamentus binnen en gaat met Voldemort in gevecht. Er ontstaat een spectaculair toverduel. Perkamentus, de enige tovenaar waar Voldemort bang voor is, weet Voldemort af te weren. Maar Voldemort probeert Harry’s gedachten binnen te dringen en hem zo te doden. Helaas voor Voldemort is Harry sterker en slaagt hij er niet in om Harry van het leven te beroven. Dan verdwijnt Voldemort, maar niet voordat Cornelis Droebel nog een glimp van hem opvangt. Nu beseft ook het Ministerie dat Voldemort teruggekeerd is, en Harry en Perkamentus worden gerehabiliteerd.

Weer terug op school praten Perkamentus en Harry over de Profetie die Voldemort zo graag wilde hebben, en waarvoor hij Harry naar het Departement van Mystificaties had gelokt. De Profetie blijkt te vertellen dat “de één kan niet voortleven als de ander niet dood is”, hetgeen betekent dat Harry Voldemort zal moeten doden, of andersom. Harry beseft dat hij zal moeten doden, of zelf zal worden gedood. Maar hij heeft ten minste een doel om te vechten, zegt hij tegen zijn vrienden op weg naar de Zweinsteinexpress.

Harry potter en de halfbloed prins
Harry brengt zijn zomervakantie door bij de Duffelingen. Hij ontvlucht het huis regelmatig en reist dan met de metro door Londen. Wanneer hij op het punt staat een serveerster (gespeeld door Elarica Gallacher) van een koffiehuis te versieren ziet hij Professor Perkamentus. Die blijkt te zijn gekomen om Harry op te halen en mee te nemen voor een klusje: Hildebrand Slakhoorn, een gepensioneerd leraar, over te halen weer terug te keren naar Zweinstein, waar na het vertrek van Dorothea Omber weer een vacature is. Slakhoorn blijkt een “verzamelaar” te zijn, van bekende en veelbelovende tovenaars. Hij verzamelt zo veel mogelijk van deze mensen om zich heen en ontleent er zijn status aan. Perkamentus hoopt dat Slakhoorn zó graag Harry, “de uitverkorene” zoals hij nu genoemd wordt, wil lesgeven, dat hij besluit terug te komen op Zweinstein. Slakhoorn is namelijk van cruciaal belang in Perkamentus’ plan om Voldemort, waarvan de hele toverwereld nu weet dat hij teruggekeerd is, ten val te brengen. Perkamentus’ plan lukt en Slakhoorn keert terug.

Perkamentus levert Harry af bij Het Nest, het huis van de Wemels, waar Harry de rest van zijn zomervakantie doorbrengt.

Tegelijkertijd brengen Narcissa Malfidus en Bellatrix van Detta een bezoek aan Sneep. Narcissa vertelt Sneep dat haar zoon, Draco, een opdracht van Voldemort heeft gekregen. Sneep weet van deze opdracht. Narcissa vraagt hem om Draco te helpen, mocht het hem niet lukken de opdracht te volbrengen. Sneep gaat akkoord en legt samen met Narcissa een Onbreekbare Eed af.

Wanneer Harry, Ron en Hermelien aan de Wegisweg hun inkopen voor school doen zien ze Draco Malfidus lopen. Ze vinden dat hij geheimzinnig doet en volgen hem. Hij brengt een bezoek aan Odius & Oorlof, een duister winkeltje aan de Verdonkeremaansteeg. Wat hij daar doet wordt hen niet duidelijk, hij lijkt geïnteresseerd in een grote zwarte kast maar de reden hierachter ontgaat hen. Harry schrijft er een brief over aan Arthur Wemel, Rons vader.

In de trein naar Zweinstein doet Harry zijn onzichtbaarheidsmantel om om Malfidus af te kunnen luisteren. Malfidus heeft hem echter door, verlamt hem met een toverspreuk en breekt zijn neus. Harry wordt uit de trein, die al bijna weer vertrekt naar Londen, gered door Loena Leeflang, die de Verlamspreuk verbreekt en Harry’s neus geneest.

Op school aangekomen blijkt dat Slakhoorn is aangenomen als nieuwe leraar Toverdranken. Dat betekent dat Sneep eindelijk zijn zin krijgt en het schoolvak Verweer Tegen de Zwarte Kunsten gaat doceren.

Harry en Ron, die bij hun examens het voorgaande schooljaar geen “Uitmuntend” hadden gescoord voor Toverdranken en dus dachten het vak te moeten laten vallen, mogen toch met het vak doorgaan omdat Slakhoorn ook studenten die “Boven verwachting” hadden gescoord in zijn klas toelaat. Harry en Ron hebben echter geen boek aangeschaft en mogen er één lenen uit de kast in het lokaal. Harry krijgt een oud en rafelig exemplaar dat helemaal volgeschreven blijkt te zijn met extra aantekeningen, toverspreuken, correcties en nog veel meer. Het boek is eigendom geweest van de Halfbloed Prins, maar wie dat is weten ze niet.

Tijdens de eerste les, waarin de leerlingen de Drank van de Levende Dood moeten brouwen, blijkt dat het opvolgen van die aantekeningen in het boek een verstandige zet is: Harry brouwt verreweg de beste drank en wint er een klein flesje “vloeibaar geluk” mee: Felix Fortunatis.

Harry wordt uitgenodigd om bij Perkamentus langs te komen. Die heeft het plan opgevat om Harry alles te vertellen wat hij weet over de jeugd van Marten Vilijn, oftewel Voldemort. Hij laat Harry zijn eigen herinneringen zien aan de jonge Marten die door Perkamentus wordt opgezocht in het weeshuis waar hij opgroeide, en van Perkamentus hoort dat hij een tovenaar is. Vilijn is niet verbaasd en vertelt Perkamentus dat hij zelfs met slangen kan praten.

Later laat Perkamentus Harry nog een herinnering zien van Hildebrand Slakhoorn, die Marten Vilijn iets uitlegt over duistere magie. Deze herinnering is echter gemanipuleerd – voor Slakhoorn bezwarende details zijn verwijderd maar op zo’n klungelige manier dat duidelijk is dat de “echte” herinnering over wat Slakhoorn precies vertelde nog wel aanwezig moet zijn. Perkamentus geeft Harry de opdracht deze herinnering van Slakhoorn te krijgen door met Slakhoorn op goede voet te geraken.

Ron krijgt een vriendinnetje, Belinda Broom. Zij is stapel op hem en hij vindt al die aandacht wel leuk, maar tussen de regels door lijkt het erop dat hij toch meer in Hermelien is geïnteresseerd dan in Belinda. Hermelien, die toegeeft verliefd te zijn op Ron, is bijzonder ontdaan door Rons verkering met Belinda.

Tijdens een bezoek aan Zweinsveld zien ze dat Katja Bell wordt vervloekt door een mysterieuze ketting die ze in een kroeg toegestopt heeft gekregen met de opdracht deze aan Perkamentus te geven. Katja is zodanig vervloekt dat ze wekenlang in het ziekenhuis ligt. Wie haar de ketting heeft gegeven blijft onduidelijk, maar Harry denkt dat het Malfidus was en meldt dat ook aan Sneep en Professor Anderling.

Harry en Ron brengen de kerstvakantie door in Het Nest. Tijdens die vakantie lijkt er wat op te bloeien tussen Ginny, Rons jongere zusje, en Harry. Ginny heeft echter verkering met Daan Tomas. Toch zoenen ze twee keer bijna.

Harry praat met meneer Wemel, die inmiddels weet wat Malfidus met die kast wilde in de winkel van Odius & Oorlof. Het blijkt om een Verdwijnkast te gaan, die tijdens de Eerste Tovenaarsoorlog erg in trek waren – je kon ontsnappen wanneer de Dooddoeners op je stoep stonden. Ze zijn erg onbetrouwbaar want je weet nooit waar je uitkomt, dus Wemel maakt zich niet zo druk om Malfidus en de Verdwijnkast.

Op een avond wordt Het Nest aangevallen door Voldemorts Dooddoeners. Harry gaat achter Bellatrix van Detta en Fenrir Vaalhaar aan, wanneer Bellatrix Harry meerdere keren met Sirius’ dood confronteert. Ginny rent Harry achterna om hem te helpen. Later krijgen Harry en Ginny nog hulp van meneer Wemel, Nymphadora Tops en Remus Lupos, die er die avond waren. Maar dan verdwijnen de dooddoeners. Tijdens hun vlucht steken zij het Nest in brand. De familie weet zichzelf in veiligheid te brengen maar het huis gaat in vlammen op.

Harry heeft al verschillende pogingen gewaagd om Slakhoorn te overreden hem te vertellen wat hij aan Marten Vilijn heeft verteld. Slakhoorn heeft door dat hij dit in opdracht van Perkamentus doet en probeert Harry te ontlopen. Op een dag krijgt Ron per ongeluk een erg sterke liefdesdrank binnen, en gaat Harry met hem naar Slakhoorn voor een tegengif. Als Ron weer met beide benen op de grond staat drinken ze gedrieën op de goede afloop. Ron neemt als eerste een slok en stort meteen op de grond – de op eikenhout gerijpte mede bleek te zijn vergiftigd. Slakhoorn is verstijfd van schrik, maar Harry heeft de tegenwoordigheid van geest om Ron een bezoar toe te dienen en redt Rons leven.

Belinda en Ron verbreken hun verkering, als Belinda hoort dat Ron in de ziekenzaal ‘Hermelien’ mompelt in zijn slaap/coma en Hermelien is weer opgelucht. Harry en Ginny geven toe aan hun verliefdheid en zoenen elkaar in de Kamer van Hoge Nood.

Harry besluit het gewonnen toverdrankje, Felix Fortunatis, te gebruiken om Slakhoorn de herinnering afhandig te maken. Hij neemt de toverdrank en gaat naar Hagrid, omdat hij het gevoel heeft dat dat verstandig is. Onderweg komt hij Slakhoorn tegen die niet wil dat hij ’s avonds alleen over het terrein loopt en dus met hem meeloopt naar Hagrid. Daar aangekomen blijkt Aragog, de enorme acromantula en een huisdier van Hagrid, te zijn overleden. Slakhoorn tapt nog wat van zijn gif af en spreekt wat mooie woorden voor Aragog. Naderhand worden Slakhoorn en Hagrid samen dronken. Als Hagrid in slaap valt gaat Harry op Slakhoorn inpraten. Slakhoorn was namelijk dol op Harry’s moeder, Lily. Zij was een van zijn favoriete leerlingen. Ze had hem ooit als cadeautje een bloemblaadje gegeven dat in een vis veranderde en op de dag dat ze stierf, stierf de vis ook. Door te zinspelen op haar dood, de reden ervan (ze gaf haar leven voor Harry) en het feit dat het Harry’s taak is Voldemort te verslaan, weet Harry eindelijk Slakhoorn zover te krijgen dat hij zijn herinnering afstaat.

Harry rent meteen naar Perkamentus en samen bekijken ze de herinnering. Vilijn blijkt Slakhoorn te hebben gevraagd naar Gruzielementen. Slakhoorn is geschokt maar legt Vilijn toch uit wat een Gruzielement is en doet. Vilijn vraagt Slakhoorn of je ziel in zevenen splitsen niet beter is dan in tweeën, en Slakhoorn breekt het gesprek geschokt af. Vilijn liegt tegen Slakhoorn en zegt dat het natuurlijk allemaal volslagen hypothetisch was.

Perkamentus is geschokt door de informatie. Hij legt Harry uit dat hij vreest dat Voldemort inderdaad zijn ziel in zevenen heeft gesplitst, en dat er al twee delen zijn vernietigd, namelijk het dagboek van Vilijn en een ring. Perkamentus blijkt de afgelopen maanden al op zoek te zijn geweest naar de overige Gruzielementen en denkt er weer bijna een op het spoor te zijn. Hij vraagt Harry mee om dit Gruzielement te zoeken.

Het blijkt in een grot aan zee te liggen. Samen gaan ze de grot binnen, waarin zich een meer bevindt met een rotsachtig eilandje in het midden. Het Gruzielement, een medaillon, ligt in een stenen uitholling met toverdrank. Perkamentus drinkt de drank op, omdat Harry’s leven meer waard is dan het zijne, krijgt vreselijke pijnen en verzwakt aanzienlijk. Ze worden aangevallen door Necroten, tot leven gewekte doden, maar weten te ontsnappen door vuur te gebruiken. Ze verdwijnselen samen terug naar Zweinstein en komen aan op de Astronomietoren.

Op de toren aangekomen blijkt dat het Malfidus gelukt is om via de Verdwijnkast bij Odius & Oorlof de Dooddoeners Zweinstein binnen te laten. In de Kamer van Hoge Nood stond blijkbaar nog zo’n kast, die in verbinding stond met de kast in de winkel. Wanneer Harry de trap van de toren afrent om in opdracht van Perkamentus Sneep te gaan halen, staat Malfidus ineens tegenover Perkamentus en ontwapent hem. Draco laat Perkamentus zijn linkerarm zien, waarop het Duistere Teken is te zien – Malfidus is Dooddoener geworden. De opdracht die Voldemort hem heeft gegeven bleek het doden van Perkamentus te zijn. Perkamentus praat op Malfidus in, zegt dat hij geen moordenaar is en probeert Malfidus van gedachten te laten veranderen. Wanneer Sneep de trap opkomt ziet Perkamentus hem. Hij zegt “Severus, asjeblieft” en wacht af. Sneep trekt zijn toverstaf, spreekt de vloek des doods uit (Avada Kedavra) en Perkamentus valt dood van de toren af. De leraren en leerlingen rouwen om Perkamentus.

Sneep vlucht maar Harry rent hem achterna. Sneep weert Harry af, vertelt hem dat hij de Halfbloed Prins is en vlucht het Verboden Bos in.

Harry vertelt Ron en Hermelien dat hij niet van plan is om het volgende jaar terug te keren naar Zweinstein. Hij wil afmaken waar Perkamentus mee is begonnen en de zoektocht naar de Gruzielementen voortzetten. Ook laat hij Hermelien zien dat het medaillon dat hij met Perkamentus gevonden heeft nep is, er zit een briefje in van “R.A.Z.” waarop staat dat hij het echte Gruzielement heeft meegenomen en dat hij hoopt dat Voldemort uiteindelijk zal sterven. Wie “R.A.Z.” is weet hij niet, en de initialen zeggen Hermelien ook niets.

Hermelien zegt dat zij en Ron met Harry mee zullen gaan wanneer hij gaat zoeken naar de resterende Gruzielementen.

Harry potter en de relieken van de dood 1
De film begint wanneer Harry, Ron en Hermelien starten met de haast onmogelijke missie om de resterende Gruzielementen van Heer Voldemort op te sporen en te vernietigen. Ze staan er helemaal alleen voor, zonder de hulp van hun trouwe leraren, de Strijders van Perkamentus en Perkamentus zelf. Die is immers een paar maanden ervoor overleden. Dit maakt het dan ook niet gemakkelijk om in hun opdracht te slagen en ze moeten meer op elkaar vertrouwen dan ooit. In de toverwereld is echter veel tegenwind vanuit de Duistere Zijde en hun sterke vriendschapsband wordt hierdoor vaak sterk op de proef gesteld.

Intussen is de toverwereld een bedreigde plek geworden voor alle vijanden van Voldemort. De lang gevreesde Tweede Tovenaarsoorlog is intussen op volle sterkte uitgebroken en de Dooddoeners hebben het Ministerie van Toverkunst en Zweinstein geïnfiltreerd. De bedoeling is alle Dreuzeltelgen, bloedverraders en tegenwerkende mensen te arresteren of te vermoorden. Maar het hoofddoel is en blijft nog steeds het opsporen van Harry Potter, de uitverkorene, om hem levend uit te leveren aan Voldemort.

Harry’s enige overlevingskans is om de Gruzielementen te vernietigen en het liefst zonder dat Voldemort dit doorheeft. Daar komt nog eens het potentiële bestaan van de zogenaamde Relieken van de Dood bij, oeroude magische objecten die hun Meester onkenbare krachten geeft. Hermelien ontdekt aanwijzingen over de Relieken in een oud sprookjesboek en komt erachter dat deze Relieken Voldemort wel eens de ultieme kracht zouden kunnen geven die hij wil.

Harry potter en de relieken vna de dood 2
Het verhaal begint met een flashback naar het moment dat Voldemort de Zegevlier uit het graf van Perkamentus steelt. Daarna gaat het verhaal verder met Harry, Ron en Hermelien, die in De Schelp, het huis van Bill en Fleur, praten met Grijphaak, en plannen maken om in Goudgrijp te komen. Grijphaak wil hen wel helpen, maar wil hiervoor als beloning het Zwaard van Griffoendor. Harry overdenkt de consequenties en gaat aarzelend akkoord. Ook praten ze met Olivander, die hen uitleg geeft over de geschiedenis en bijzonderheden van de Zegevlier.

Om ongezien in Goudgrijp te komen neemt Hermelien Wisseldrank in en verandert in Bellatrix van Detta. Ron verkleedt zich als Oost-Europese vriend van Bellatrix en Harry en Grijphaak verschuilen zich samen onder de Onzichtbaarheidsmantel. Zo komen ze aan in Goudgrijp. Tijdens de rit naar de kluis worden ze natgespoten door betoverd water waardoor de wisseldrank ineens stopt met werken en daardoor het alarm afgaat. Eenmaal in de kluis keert Grijphaak zich ineens tegen het trio, omdat hij er (terecht) niet op vertrouwt dat Harry hem het Zwaard van Griffoendor daadwerkelijk zal geven. Uiteindelijk is dit echter zonder succes: na een gevecht en diverse toverspreuken ontsnappen ze, met het Gruzielement (de Beker van Huffelpuf), op de rug van de draak.

Harry krijgt een visioen van de gedachtes van Voldemort. Hij weet dat het trio op zoek is naar zijn Gruzielementen. En hij ziet ook dat het laatste Gruzielement iets te maken heeft met Ravenklauw. Voldemort is razend als hij bij Goudgrijp aankomt. Hij vermoordt bijna iedereen, inclusief Grijphaak.

Het trio Verdwijnselt naar Zweinsveld. Hier worden ze opgevangen door Desiderius Perkamentus. Deze probeert Harry nog om te praten door hem voor te houden dat zijn broer Albus Harry allerlei levensgevaarlijke opdrachten laat uitvoeren terwijl hij niets over zichzelf heeft verteld, maar Harry laat zich niet van zijn stuk brengen: het trio gaat zoals gepland naar Zweinstein om de jacht naar Gruzielementen voort te zetten. In de Kamer van Hoge Nood, waar de meeste leden van de Strijders van Perkamentus zich schuilhouden, krijgt hij een warme ontvangst, en ze gaan meteen aan het werk. Ze vinden de diadeem van Ravenklauw en vernietigen het. Ook de Beker van Huffelpuf wordt vernietigd in de Geheime Kamer door Hermelien, waarna Ron en Hermelien er eindelijk voor uitkomen dat ze van elkaar houden en elkaar zoenen.

Voldemort is absoluut niet blij met zijn nieuwe toverstok (de Zegevlier), het lijkt wel of de stok niet goed naar hem luistert. Hij roept Sneep bij zich. Hij vermoordt Sneep in een poging de stok voor zichzelf te winnen, omdat hij in de veronderstelling was dat Sneep de laatste “echte” eigenaar van de stok was. Sneep geeft Harry een laatste herinnering en vertelt hem dat hij zijn moeders ogen heeft. Dan sterft Sneep.

Harry bekijkt de herinnering van Sneep in de Hersenpan. De herinnering laat zien dat Sneep altijd al aan de goede kant heeft gestaan, en voor Perkamentus, met gevaar voor eigen leven, gespioneerd heeft. De herinnering laat ook zien dat Harry zelf het laatste Gruzielement is, hij zal dus moeten sterven om Voldemort te kunnen verslaan.

Harry gaat naar het Verboden Bos, waar Voldemort en zijn Dooddoeners ook zijn. Hij is bereid om te sterven en geeft zich over. Voldemort vuurt de Vloek des Doods op Harry af. Harry verliest het bewustzijn en komt in een wereld tussen leven en dood terecht, waar hij in een gesprek met Perkamentus belandt. Perkamentus laat hem weer terugkeren in leven. Omdat Harry zijn eigen leven wilde opgeven voor de anderen, zijn de anderen dus onkwetsbaar. Harry doet alsof hij dood is.

Voldemort laat zijn prijs zien. Voldemort schreeuwt het uit dat Harry Potter dood is, en alle Dooddoeners beginnen dan te lachen. Marcel Lubbermans stapt naar voren en zegt tegen Voldemort dat Harry misschien dan wel dood is, maar in hun harten verder leeft. Hij springt naar voren en probeert Nagini te doden, maar dat gaat in eerste instantie mis. Harry wringt zich uit Hagrids armen, hij leeft nog. Er volgt een gigantisch gevecht in Zweinstein, waarbij het Marcel uiteindelijk toch lukt om Nagini’s kop af te hakken – het allerlaatste Gruzielement is nu vernietigd en Voldemort is net zo kwetsbaar als ieder ander normaal mens. Dan komen ze uit op de binnenplaats. Harry en Voldemort staan tegenover elkaar. Voldemort en Harry gaan weer in duel. De Vloek van Voldemort kaatst op de ontwapeningsspreuk van Harry terug omdat de Zegevlier beseft dat Harry zijn echte meester is en dus in Voldemorts handen niet goed werkt. Voldemorts lichaam verandert in as – Voldemort is voorgoed vernietigd. Nadien breekt Harry de Zegevlier in tweeën om een eind te maken aan de macht van de staf.

De film eindigt met een epiloog, 19 jaar later, waarin Harry, Ron, Ginny, Hermelien en Draco hun kinderen naar de Zweinsteinexpres brengen.