Willy Wonka and the chocolate factory

In 1971 is de film Willy Wonka and the chocolate factory gepubliceerd, in 2005 is de remake met Johnny Depp gemaakt maar dan met de naam Charlie and the chocolate factory.

Willy Wonka is de excentrieke eigenaar van ’s werelds meest legendarische snoepfabriek, Wonka Chocolate, waar hij verscholen van de buitenwereld leeft. Op een dag kondigt Wonka aan dat hij vijf chocoladerepen (“Wonka Bars”) over de wereld heeft verspreid, waarin een “Gouden Toegangskaart” ligt verborgen. De gelukkige kinderen die een toegangskaart vinden, mogen samen met een ouder een rondleiding door de fabriek maken, onder leiding van Wonka zelf. Dit is zeer bijzonder, aangezien de fabriek normaal gesproken gesloten is voor bezoekers. Er zijn zelfs al jaren geen werknemers meer waargenomen die de fabriek in- of uitgingen. Aan het einde van de rondreis krijgt een van de kinderen een bijzondere beloning.

Een van de kinderen die de toegangskaart vindt is Charlie Bucket, een jongen die samen met zijn liefdevolle maar arme familie, waaronder ook zijn vier grootouders, niet ver van de fabriek vandaan woont. Charlie is dol op chocola, maar krijgt door de financiële situatie van zijn familie slechts één chocoladereep per jaar, rond zijn verjaardag. Deze chocoladereep bevat echter geen toegangskaart. Hoewel het zijn reep is, wil hij zijn reep per se delen met zijn familie en samen opeten. Later waagt Charlies grootvader, Joe, een gokje door van zijn spaargeld een tweede reep te kopen, maar die bevat ook geen toegangskaart. De derde reep die hij koopt van een bankbiljet dat hij op straat vindt, is echter een van de vijf repen, en Charlie wint zo de vijfde en laatste toegangskaart. In de winkel waar Charlie de chocoladereep koopt, bieden mensen geld voor de toegangskaart, maar de winkelier stuurt Charlie gauw naar huis. Thuisgekomen wil hij zijn toegangskaart verkopen om zijn familie te helpen, want ze wonen met z’n zessen in een piepklein zeer bouwvallig huisje, slapen met z’n allen in één groot bed en hebben weinig te eten. Zijn familie weet hem echter te overtuigen zijn toegangskaart niet te ruilen voor iets zo algemeen voorkomend als geld, dat dagelijks wordt bijgedrukt, maar om zelf te gaan. Hij besluit opa Joe mee te nemen naar de fabriek.

De andere kinderen die de toegangskaart vinden zijn de vraatzuchtige Augustus Gloop, de hebzuchtige en verwende Veruca Salt, de te competitieve kauwgomkauwende Violet Beauregarde en televisie- en videogameverslaafde Mike Teavee. Charlie ontmoet de andere kinderen met hun ouders op de dag van de rondleiding. Wonka leidt de kinderen rond door zijn magische fabriek, waar ze onder andere zijn bijzondere werknemers ontmoeten, de Oempa Loempa’s.

Tijdens de rondleiding vallen één voor één kinderen af, te wijten aan hun eigen onhebbelijkheden. Augustus Gloop valt in de chocoladerivier waar hij uit drinkt, en wordt opgezogen in een buis. Violet Beauregarde probeert een ongetest prototype van de “Three-Course Dinner gum”, een stuk kauwgom met de smaken van een volledige maaltijd met voor-, hoofd- en nagerecht. Door een fout in de productie van de derde smaak, bosbessentaart, wordt Violet blauw en rond als een grote bosbes. Veruca Salt probeert een eekhoorn te stelen uit de Notenkamer, maar wordt door de eekhoorns aangezien voor een rotte noot en in het afvalgat gegooid. Mike Teavee laat zichzelf teleporteren naar Wonka’s eigen televisiezender, en wordt hierbij verkleind tot een miniatuur.

Tijdens de rondleiding krijgt de kijker flashbacks te zien over Willy Wonka’s jeugd, na vragen van Charlie hierover. Hierin wordt uitgelegd dat Wonka niets van familie moet hebben door de moeizame relatie met zijn eigen vader. Zijn vader is tandarts en verbood vroeger de jonge Willy chocolade en snoep te eten, omdat ze gaatjes veroorzaken. Na een keer stiekem toch een stuk chocolade te hebben geproefd was Willy verknocht en rende hij weg van huis. Toen hij terug thuis kwam was het huis van zijn vader (als enige rijtjeshuis tussen alle andere rijtjeshuizen) verdwenen.

Aan het einde van de rondleiding zijn enkel Charlie en zijn opa over. Wonka maakt de reden voor de rondleiding bekend: hij is op zoek naar een opvolger, iemand aan wie hij de fabriek kan overhandigen. Die opvolger heeft hij gevonden in het minst “rotte” kind van de vijf: Charlie. Wonka heeft echter één eis: Charlie moet zijn familie verlaten, omdat Wonka vindt dat familieleden je creatieve vaardigheden beperken doordat ze altijd zeggen wat je moet doen. Charlie houdt echter van zijn familie en weigert. Dit is voor Wonka een zware slag, en hij raakt in een depressie. Na enige tijd zoekt hij Charlie op voor advies. Deze overtuigt hem dat het beter is voor Wonka als hij zijn eigen familieproblemen oplost. Charlie gaat samen met hem naar zijn vader, Dr. Wonka. Deze herkent zijn zoon eerst niet, maar beseft met wie hij te doen heeft als hij Willy’s gave gebit ziet. Charlie ziet aan de muur in de tandartspraktijk tientallen krantenartikelen over Wonka’s succes, en beseft dat Wonka’s vader wel degelijk om zijn zoon geeft.

Wonka en zijn vader leggen het bij. Wonka beseft nu het belang van familie, en doet Charlie nogmaals zijn aanbod de fabriek over te nemen. Dit keer accepteert Charlie het. Wonka gaat wonen bij de familie Bucket, wiens huisje naar de fabriek wordt verplaatst en vanaf dan in het idyllische eetbare landschap staat.