Waterworld

In verre toekomst zijn de poolkappen van de Aarde gesmolten en staat de hele wereld onder water. Van de hele mensheid hebben maar enkele procenten de wereldwijde overstromingen overleefd. Zij leven op zelf met gevonden materiaal in elkaar geknutselde vlotten (‘Atolen’) en drijven rond. Ieder vlot vormt zijn eigen stam, die bewoners van andere vlotten als de vijand ziet. De enige contacten die de stammen met elkaar hebben, staan in het teken van ruilhandel en voortplanting, om inteelt te voorkomen.

Een klein groepje mensen is gemuteerd. Zij hebben kieuwen achter hun oren waarmee ze onder water kunnen ademen en webben tussen hun tenen, waardoor ze veel sneller zwemmen dan doorsnee mensen. De naamloze Mariner  is één van hen. Wanneer zijn leven wordt gered door het kleine meisje Enola en haar verzorgster Helen, stemt hij erin toe hen te helpen met zoeken naar het mythische Dryland, het enige gebied op Aarde waar nog vaste grond zou bestaan die niet ondergelopen is. Enola is niettemin de sleutel tot het vinden van deze vermeende locatie, waardoor kapers haar in handen willen krijgen.